Duurzaam Bouwen
Het begrip 'duurzaam bouwen' schijnt in 1989 onze taal te zijn binnengeslopen, om een manier van bouwen met extra aandacht voor duurzaamheid aan te duiden. Vooral milieubewuste bouwkundigen mochten het begrip graag in de mond nemen.In het eerste decennium van de nieuwe eeuw is duurzaamheid ook geclaimd door projectontwikkelaars en beleggers. Nog altijd zien zij goede mogelijkheden om hun producten onder een duurzame vlag te vermarkten. Ze hanteren daarbij allerlei omschrijvingen van de term. Vaak wordt voor de definitie van duurzaam bouwen gewezen naar de Europese Energy Performance of Buildings Directive (EPBD). Volgens dit directief moet alle nieuwbouw in 2020 voldoen aan de eis 'nearly zero energy': de gebouwen moeten zo energiezuinig zijn dat bijna geen energie hoeft te worden toegevoegd voor verwarming en koeling. Het beetje energie dat mogelijk toch nodig is, moet afkomstig zijn van duurzame, vernieuwbare energiebronnen zoals wind en zon. Bij bouw, verkoop of verhuur is de eigenaar verantwoordelijk voor de aanwezigheid van een energielabel waarop huurders, ontwikkelaars en beleggers in één oogopslag kunnen zien wat de energieprestaties van een gebouw zijn. Het label maakt ook onderlinge vergelijking van gebouwen mogelijk. Omdat de manier waarop het label wordt gecommuniceerd gelijk is aan de manier waarop de energieprestaties van ijskasten, TV’s en auto’s worden gecommuniceerd, is het bijzonder herkenbaar.
Toekomstige standaard
De energieprestatie is echter niet het enige onderwerp van de duurzaamheidsdiscussie. Er wordt ook gekeken naar welke materialen zijn gebruikt, hoe die zijn ingekocht, hoe het gebouw gebruikt wordt en wat de invloed is op de gesteldheid van de werknemers in een pand.
De Dutch Green Building Council (DGBC) heeft het van oorsprong Engelse BREEAM in Nederland ingevoerd. BREEAM als richtlijn en benchmark lijkt een stap in de goede richting, aangezien het niet alleen kijkt naar energieverbruik, maar ook naar materiaalgebruik en andere aspecten op het gebied van ecologie, afval, transport en gezondheid. BREEAM is vooral onder projectontwikkelaars in opkomst en maakt goede kans om uit te groeien tot dé Nederlandse standaard.
In Nederland is sinds de invoering van BREEAM in 2010 meer dan één miljoen m² vloeroppervlakte geregistreerd voor het behalen van het BREEAM-NL duurzaamheidscertificaat. Ter vergelijking: het totale kantooroppervlak in Nederland bedraagt rond de 48 miljoen m² (verhuurd en niet-verhuurd). Zo bezien is 'duurzaam bouwen' eerder een modebegrip dan dat het werkelijk een veel toegepaste bouwmethode aanduidt. Wat niet wegneemt dat duurzaam bouwen wel degelijk aan een opmars bezig is. Zowel bij nieuwbouw als bij renovatie van bestaande kantoorruimtes, die erop is gericht de milieubelasting te verlagen en de leegstand te bestrijden.
Hoge huur
De opmars van het duurzaam bouwen komt uiteraard door de strenge Europese EPBD-richtlijnen die in aantocht zijn. Maar ook andere factoren spelen een rol. Veel genoemd worden de mogelijke kostenbesparingen door investeringen in duurzame gebouwen (met name energiebesparing). Ook is het in een duurzaam gebouw vaak prettig toeven, door een aangenaam en gezond binnenklimaat, een hoge medewerkerstevredenheid en -productiviteit en een laag ziekteverzuim. Bovendien wordt steeds meer ingezien dat een duurzaam gebouw kan bijdragen aan het positieve, maatschappelijk verantwoorde imago van de huurders en andere betrokken partijen.
Misschien wel belangrijker is dat duurzaam bouwen de beste manier lijkt om als verhuurder goed te verdienen in een markt die geplaagd wordt door leegstand en huurverlagingen. Ook lijkt de huurprijs zich goed te hebben gehandhaafd. Tot slot lijkt duurzaam bouwen de levensduur van de betreffende gebouwen te verlengen en hun marktwaarde te verhogen. Hierdoor zal een duurzaam gebouwd object bij verkoop beleggers eerder een goed rendement opleveren. Overigens betekent die langere levensduur ook voor de samenleving in twee opzichten een vooruitgang. Het betekent in de eerste plaats dat er minder hoeft te worden gesloopt en minder sloopmateriaal moet worden gestort, verbrand of gerecycled. In de tweede plaats betekent het dat er minder hoeft te worden gebouwd, en er minder productie van nieuwe materialen en nieuwe grondstoffen nodig is. En niet bouwen is de meest duurzame vorm die er is.
Zelf aan de slag?
De mogelijkheden om uw bedrijf duurzamer en kostenefficiënter te maken zijn legio. Onze energie-adviseurs ontzorgen u op dit gebied. De groene toekomst van uw bedrijf begint vandaag. Kijk op http://www.eon.nl/toekomst/.
Gerard van den Bogaart
Manager Marketing & CRM
E.ON
www.eon.nl/zakelijk
gerard.van.den.bogaart@eon.com
linkedin.com/in/gerardvandenbogaart