Pensioenrechten van werknemers zijn in gevaar
Financierbaarheid Nederlands pensioenstelsel is niet langer houdbaar.
Momenteel bouwt 90% van de werknemers pensioen op bij een pensioenfonds. Gemiddeld wordt voor hen 15% tot 20% van het salaris als pensioenpremie gestort.
Vanaf de jaren ‘50 van de vorige eeuw zijn pensioenfondsen opgericht met als doel
een optimaal rendement op de ingelegde premies te behalen. En wel bij een zo laag mogelijk risico, zodat de gedane pensioentoezegging aan de werknemer kan worden nagekomen.
De ingelegde premie voor de werknemer gebruikt het pensioenfonds om rendement te behalen op de beurs en om de uitkeringen aan de huidige gepensioneerden te kunnen doen. De werknemer bouwt dus geen eigen pensioenvoorziening op.
Op het moment dat er voldoende premie wordt ingelegd door werkenden en daarnaast voldoende rendement wordt behaald, werkt dit systeem optimaal. Nederland had tot de afgelopen eeuwwisseling met dit systeem met recht het beste pensioenstelsel ter wereld!
Inmiddels is dit systeem in ijltempo afgebrokkeld en dreigt er het gevaar dat het pensioenfonds zijn toekomstige verplichting aan de werknemer niet kan nakomen.
De oorzaken hiervan zijn:
- De vergrijzingsgolf die op dit moment hard toeslaat. Steeds minder werkenden (lees: betalers) moeten de premie opbrengen voor steeds meer gepensioneerden.
In 1950 zorgden acht werkenden voor de benodigde premie voor één gepensioneerde. Op dit moment zijn er nog vier werkenden over die de pensioenpremie opbrengen voor één gepensioneerde. In 2050 zullen er nog slechts twee werkenden over zijn die de pensioenuitkering van één gepensioneerde moeten opbrengen.
- De levensverwachting is sterk toegenomen. De huidige gepensioneerden zullen veel langer hun pensioenuitkering moeten ontvangen dan tot nu toe was gedacht.
-Het rendement dat een pensioenfonds vanaf 2000 heeft behaald met de ingelegde premie is desastreus gebleken.
-De huidige lage marktrente zorgt ervoor dat de fondsen veel minder pensioen kunnen doorgeven aan de werknemer voor het aanwezige kapitaal.
Voorbeeld: Indien men vooraf rekent met een rente van 4% en de daadwerkelijke rente op pensioendatum is 2,4% dan betekent dat een tariefsverlaging van 40%. Het pensioen dat kan worden aangekocht met het aanwezige kapitaal daalt dan ook met 40%.
Hoe jonger de werknemer is, hoe pijnlijker de gevolgen voor hem of haar zullen zijn. Op het moment dat die jongeren met pensioen gaan, is de kans reëel dat de pensioenpot leeg is. Het verder verhogen van de premie is daarbij geen optie meer. Daarmee worden de jongeren nog verder benadeeld.
Genomen maatregelen:
- Verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 jaar per 1 januari 2014.
- Het korten van de pensioenaanspraken door 103 pensioenfondsen die een tekort aan kapitaal in huis hebben. De pensioenrechten van werknemers zullen gemiddeld met 7% worden gekort.
-Pensioenfondsen mogen gaan rekenen met een andere (lees: hogere) rekenrente dan de actuele marktrente. Hierdoor stijgt de dekkingsgraad kunstmatig naar een hoger niveau.
Oplossing: de pijn eerlijker verdelen.
Indien handhaving van ons huidige pensioenstelsel gewenst is, dan zullen er echt ingrijpende maatregelen moeten worden genomen:
- De pensioenleeftijd moet zo snel mogelijk en in één maal worden verhoogd naar 70 jaar;
-De opgebouwde en vooral ingegane pensioenen moeten direct aanzienlijk worden verlaagd.
Alleen op deze manier is het huidige pensioenstelsel nog van de ondergang te redden.
Het rekenen met een andere rekenrente dan de marktrente is uiteraard geen oplossing. Met deze kunstgreep verschuif je nog steeds de problemen naar een latere generatie. De genomen maatregelen hebben onvoldoende impact om het tij echt te doen keren.
Het nieuwe kabinet re(a)geert vooralsnog echter als een zachte heelmeester. De voorgenomen middenweg maatregelen zullen geen structurele oplossing bieden. Kabinet Rutte, het is tijd voor serieuze maatregelen!